Eind dit jaar zou duurzaam schadeherstel de gangbare praktijk moeten zijn, aldus de ondertekenaars van…
Vergoeding
De omschrijving van de kosten van contra expertise die voor vergoeding in aanmerking komen ligt in artikel 7:959 BW. Dat bepaalt dat: de redelijke kosten tot het vaststellen van de schade ten laste van de verzekeraar komen. Krachtens artikel 7:963 lid 6 BW kan van deze regeling niet worden afgeweken ten nadele van de verzekeringnemer voor zover de bereddingskosten en de kosten van expertise niet de verzekerde som overschrijden en de verzekeringnemer een natuurlijk persoon is die de verzekering anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf heeft gesloten. In deze situatie geldt artikel 7:959 BW als dwingend recht. Daarvan kan in de polis niet worden afgeweken. Hierbij wordt wel een onderscheid gemaakt tussen consumenten en bedrijven.
Consumenten
Deze wetsbepaling leidt ertoe dat verzekeraars ten aanzien van consumenten altijd gehouden zijn om redelijke kosten tot het vaststellen van de schade te vergoeden. Verzekeraars kunnen die verplichting in de polis alleen beperken voor een situatie waarin de bereddingskosten tezamen met de kosten van expertise het bedrag van de verzekerde som overstijgen.
Bedrijven
Ten aanzien van de rechtsrelatie tussen verzekeraars en bedrijven is artikel 7:959 BW niet dwingend. Dat betekent dat hetgeen in de polis is afgesproken omtrent de vergoeding van kosten van expertise leidend is. Is er in de polis niets bepaald, dan geldt artikel 7:959 BW en moeten de redelijke kosten tot het vaststellen van de schade worden vergoed.
Wat zijn redelijke kosten tot het vaststellen van schade?
Om te bepalen of kosten tot het vaststellen van schade redelijk zijn geldt de dubbele redelijkheidstoets. Dat betekent dat het: (1) redelijk moet zijn geweest om kosten te maken (bijvoorbeeld door het inschakelen van een contra-expert) en dat (2) die kosten redelijk moeten zijn geweest.
In brandpolissen wordt de vergoedingsplicht van de kosten van contra expertise dikwijls beperkt tot het bedrag gelijk aan de kosten van de door de verzekeraar ingeschakelde expert. Hierbij wordt ook een onderscheid gemaakt tussen consumenten en bedrijven.
Consumenten
Ten aanzien van consumenten heeft een dergelijke polisbepaling geen werking, indien toepassing van die bepaling tot een ander resultaat leidt dan (het dwingendrechtelijke) artikel 7:959 lid 1 BW. De redelijke kosten tot vaststelling van de schade komen altijd voor vergoeding in aanmerking, ook als die kosten hoger zijn dan de kosten van de door de verzekeraar ingeschakelde expert.
Bedrijven
Voor bedrijven ligt dat genuanceerder. Verzekeraars kunnen in polissen met bedrijven in beginsel wel een beroep doen op een dergelijke bepaling. Tussen hen bestaat immers volledige contractsvrijheid.
Alleen in het geval een beroep van verzekeraars op een dergelijk beperking van hun uitkeringsverplichting naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, gaat het beroep op die beperking niet op (zie artikel 6:248 lid 2 BW). Daarbij zou gedacht kunnen worden aan een situatie waarin de kosten van de expert van de verzekeraar extreem laag zijn gehouden.
Bron: VanNiekerkCieremans B.V., mr. E.J.W.M. van Niekerk